Kijkpunten Verdwenen dorpen Ladysmith, Weiwerd, Heveskes en Oterdum
Vlak achter de dijk ten noorden van Delfzijl bouwde de timmerman Janske Bruggemann in 1901 een zevental huisjes, die hij verhuurde aan kleigravers. Hij noemde het gehucht Ladysmith naar de Zuid-Afrikaanse plaats Kwazoeloe-Natal. Zoals veel Nederlanders in die tijd leefde hij mee met de strijd van de Boeren in Zuid-Afrika, die tijdens de Tweede Boerenoorlog de stad Ladysmith hadden omsingeld. De buitenissige naam van deze buurtschap werd door de Groningers al gauw omgedoopt in Laddiesmit. Door de aanleg van de Hogelandsterweg, die een belangrijke verbinding moest worden tussen Delfzijl en de Eemshaven, werden de huisjes gesloopt. Ter herinnering aan het gehucht is er een kunstwerk gemaakt in de vorm van gedeeltelijk opgemetselde muren en een put. Jammer genoeg wordt het niet meer onderhouden en is straks ook dit monument voor een verdwenen dorp verdwenen.
In het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw werd besloten dat het dorp Weiwerd plaats moest maken voor de komst van fabrieken. De afbraak werd in gang gezet, maar de bewoners gaven zich niet zomaar gewonnen. Bovendien had door de komst van de Eemshaven in 1973 het slopen van Weiwerd geen prioriteit meer. De oliecrisis brak uit waardoor de economische groei tot stilstand kwam en er geen nieuwe bedrijven meer naar Delfzijl kwamen.
De sloopwerkzaamheden werden stopgezet. Wat overbleef van Weiwerd waren enkele boerderijen, het verenigingsgebouw en de school. De kerk was afgebroken. Het orgel en de luidklok zijn verhuisd naar de kerk van Farmsum. De school en een van de boerderijen worden later door brand verwoest. In de loop der jaren is het tij gekeerd. De Stichting Behoud Weiwerd wordt opgericht en krijgt het voor elkaar de toekomst van Weiwerd veilig te stellen. Het Waddenfonds doet een duit in het zakje voor herstel van de wierde. Klinkerpaadjes en meidoornhagen worden hersteld. Last but not least wil Groningen Seaports de overgebleven boerderijen restaureren om er kantoorruimtes in te maken. De terp moet een “brain-wierde” worden. Zover is het nog niet. Het bijna verdwenen dorp ligt er verlaten bij. Het oude kerkhof biedt uitzicht op cementhopen en fabrieken. Kan er een groter contrast zijn?
Zo ging het Van Damorgel naar de kerk van Uitwierde, de preekstoel naar Engelbert en het doopvont naar Termunten. Vlak voor het hek loopt de goederenspoorlijn; op de achtergrond de contouren van het chemiepark. Eenzaam staat het in het landschap als monument van het verleden.
Nu ze toch aan de gang zijn wordt het hele dorp maar afgebroken om plaats te maken voor het industriegebied Oosterhorn. Zover is de industrie niet gekomen. De afbraak van het dorp was eigenlijk niet nodig geweest.
Ter herinnering aan het dorpje Oterdum wordt in 1978 bovenop de dijk een monument geplaatst. Een open hand met in de palm het kerkje. Het bronzen beeld werd in de nacht van 7 op 8 februari 2013 gestolen en niet meer teruggevonden. Sindsdien is het vervangen door een kunststof exemplaar.
De gemeente bleef rustig zitten en voelde zich niet geroepen de bemanningsleden te redden. Het juttersbloed ging echter sneller stromen. Ze wisten: straks valt er wat te halen. Jutten gaat boven redden!