We gaan weldadig wandelen! Wandelen is voor ons altijd al een weldaad, maar op deze route maken we ook nog eens een tijdreis door de geschiedenis van de Koloniën van Weldadigheid. Al wandelend stappen we in de wereld van de paupers en hun strijd om een nieuw bestaan op te bouwen als zelfredzame burger.
Om goed voorbereid op pad te gaan duiken we eerst Museum De Proefkolonie in.
Tot onze verbazing horen we hier over Hendrik Metz uit Amersfoort, die met vrouw en vijf kinderen als arme sloeber naar de hei in Drenthe trok. Hij kreeg daar kleding voor het hele gezin, een huisje om in te wonen en werk. Al snel werd de kleine Simon geboren en is daarmee de eerste wereldburger op koloniale bodem. Helaas was aan deze familie niet veel eer te behalen. Ze hadden vanaf het begin grote ruzie met de directie, lapten alle regels aan hun laars en bedelden er op los. Iets dat ten strengste verboden was. Na vergeefse waarschuwingen worden deze vagebonders teruggestuurd naar Amersfoort en ingeruild voor een familie die wél weet hoe het hoort. Gemiste kans! Nooit geweten dat wij zulke zwarte schapen in de familie hadden!
We gaan op stap en lopen door één groot openluchtmuseum. Langs een vrijboerhoeve, alleen mogelijk voor brave kolonisten met onberispelijk gedrag. Over kaarsrechte bomenlanen waar oude en nieuwe koloniehuisjes keurig in het gelid staan.
We komen aan in Wilhelminaoord met het witte koloniekerkje. Kerkgang was verplicht en zou leiden tot verhoging van het zedelijk niveau van de koloniebewoners.
Op de begraafplaats staan we even stil bij het gietijzeren grafmonument van de geliefde schoonmoeder van Johannes van den Bosch, Daniëlla Elisabeth van Oosterhoudt, douairière De Sturler. Dat moet familie zijn van mijn verre voorvader Daniël van Oosterhoudt, de kunstschilder, wiens zelfportret bij ons thuis altijd aan de muur prijkte!
Bijzonder is de tekst op een van de zijkanten van het monument: “Wandelaar aanbid Hem die ook gestorven, begraven en opgestaan is”. Waarom deze oproep? Wandelen was in die tijd voor de elite. De deftige Leidse studenten Dirk van Hogendorp en Jacob van Lennep liepen hier in de zomer van 1823 op hun voetreis door Nederland. Zij laten zich uitgebreid informeren over de kolonie. Jacob rookt zelfs gezellig een pijpje bij een kolonistengezin. De wandelende dominee Craandijk vindt echter een voetreis naar de Koloniën van Weldadigheid niet aanbevelenswaardig.
Wij nemen de tekst mee voor onderweg en passeren het kolonieschooltje met daaraan vastgeplakt de woning van de schoolmeester. We nemen even een kijkje links om de hoek van de hoofdweg bij de mandenmakerij, een voormalige fabriek die een tweede leven heeft gekregen als woonplek voor mensen met een autisme.
We lopen langs bloeiende akkerranden, passeren hardwerkende nepkolonisten en hoeve Koning Willem III, die nog altijd in gebruik is.
Langs de Vaartweg staan de Koloniewoningen van de Toekomst. Met de bouw van deze woningen wil men laten zien hoe het landschap er vroeger uitzag. Uitgangspunt vormt de basiswoning van 80 m2. die kan worden uitgebreid door middel van een houten aanbouw. Ik kan de verleiding niet weerstaan een aantal kalebassen in mijn rugzak te stoppen. Ze kosten maar 25 eurocent per stuk. Koopje!

Reactie plaatsen
Reacties