In de briefwisseling met zijn broer schrijven Vincent en Theo over de kunstenaars die in Zweeloo hebben geschilderd. Vanuit Nieuw-Amsterdam vertrekt logementhouder Scholte op 1 november 1883 om 3 uur 's nachts via Zweeloo naar de markt in Assen. Vincent reist met hem mee tot Zweeloo. Hij hoopt hier deze kunstenaars te ontmoeten, waaronder de Duitse schilder Max Liebermann. De kunstenaars zijn er echter niet. Ze verblijven hier alleen in de zomer. Vincent besluit terug te lopen naar Nieuw-Amsterdam en onderweg wat te tekenen.

Het eerste wat Vincent in Zweeloo schetst is een appelboomgaard. 
Van dezelfde plek maakte Max Liebermann in 1882 een schilderij met daarop een vrouw die de witte was op de bleek legt. Daarbij schilderde hij ook een prieellinde. Vincent tekent deze boom ook.  De appelboomgaard is veranderd in een grasveld. Op de achtergrond Herberg Mensingh, nu Bistro Tante Sweel. Alleen de monumentale lindeboom achter de voormalige herberg herinnert nog aan de tijd dat Vincent hier langs kwam.

Hij is lyrisch over het schilderachtige dorp. De woningen omringd door eikenbomen, stallen en schuren met mosdaken en schaapskooien. De kerk van Zweeloo doet hem denken aan een Frans kerkje op een schilderij waarop een boer met spade staat. Vincent tekent de kerk met een herder en een kudde schapen.

Verder gaat het over modderige paden en een klinkerweg richting Sleen. Vincent beschrijft de kerktoren van Sleen, die toen nog zonder spits was. In de herberg van Sleen drinkt hij een kop koffie met een snee boerenmik. Hij tekent hier een vrouw met een spinnewiel. De oude herberg is nu een groepsaccomodatie.

Het wordt al schemerig als Vincent op een modderige zandweg in de buurt van het gehucht Achterste Erm nog een schaapskudde met herder tegenkomt. Hij geniet van het beeld van de ruige herder met, zoals hij het omschrijft, "een partij eivormige massas, half wol, half modder, die tegen elkaar botsen" en in de schaapskooi verdwijnen. Het laatste deel van de tocht ging ongetwijfeld langs de Hoogeveense Vaart. Als hij in het donker aankomt bij het logement merkt hij pas dat hij verbazende honger heeft. De boerenmik met koffie bij de herberg was het laatste wat hij gegeten had. Door alle indrukken was de dag omgevlogen en als in een droom voorbij gegaan.